- Van uw verslaggever cultuur, Jilles van Dam
REPORTAGE - Rotterdam, achterwijk, vrijdagavond.
In een smal huiskamertje, op de derde verdieping van een woningbouwflat in een ongemakkelijke buurt, staan drie tafels en een microfoon. Voor de ramen hangen jaren-zeventig gordijnen en aan de muur glimt een lichtgevend watervalschilderij dat je verwacht bij een willekeurig immigrantengezin. Voorzichtig klinkt een Italiaanse operette.
We zijn aangekomen in het bipolaire universum van kunstenaressencollectief Neandertaler. Zeer geschikt voor de stemmingsgevoelige mens, zoals op de flyer staat. Nadat de tafels met gasten zijn gevuld gaat het licht uit en kondigt de gastvrouw 'de fameuze bestelact' aan. ‘Bier.. één euro; wodka.. twee euro; water.. nul euro.’ Terwijl ze robotesk de kaart afwerkt, neemt een serveerster met een zoeklichtje bestellingen op.
De eerste gang laat niet lang op zich wachten. Aardappelchips worden over het tapijt gestrooid als een verwelkomend pad rozenbladeren en de rest mogen we opeten. Het tweede gerecht is een waterig uiensoepje. Het wordt netjes bijgehouden op de nog lege menukaart naast de deur.
Na elke gang gaat het licht uit en verspreidt meedogenloze operamelancholie zich door de ruimte om abrupt weer te zwijgen. Het bruuskeert alle conventies van een normaal tafelgesprek. Iedere tafel krijgt langzaam haar eigen sociale signatuur. Tafel één is erg luidruchtig want bestelt veel drank, tafel twee heeft een therapeutisch onderhoud over de oorzaak van persoonlijke irritaties en tafel drie verveelt zich, ogenschijnlijk.
De fameuze bestelact wordt oneindig opgevoerd. Het ludieke onbehagen wordt versterkt door de hongerige porties rauwkost, glazige ui, gepofte aardappel en gekookte wortel. In tijden van onzekerheid worden Hollandse oergroenten blijkbaar weer een ereplaats gegund in onze culinariteit. Bij elke gang wordt het nieuwe bord op de vorige gezet. De aanvankelijk lege menukaart is nu flink gevuld.
De nacht nadert. Tafel één heeft besloten de microfoon te gebruiken als podium voor dronkemanspoëzie, tafel twee maakt van de stapels servies een neurotische sonate en tafel drie kijkt nog steeds verveeld voor zich uit. En wederom klinkt de bestelact.
De achtste gang en tevens langverwachte hoofdgerecht, blijkt de optelsom van de menukaart te zijn. Het smeulende oranje prakje wordt snel naar binnen gewerkt. Als afsluiter wordt een deftige delicatesse opgediend, maar het zure wortelmoesje blijft roemloos op de borden liggen. De lichten gaan aan, de muziek uit, het publiek wordt bedankt en de rekening gepresenteerd. Een avondje Hollandse groezeligheid hoeft niet duur te zijn.